Ook dit jaar was het weer uitkijken naar de plannen van het kabinet tijdens het Prinsjesdagfestijn. En zijn onze hoop en verwachtingen uitgekomen? Ik kan je vertellen dat je als onderwijsprofessional, na het lezen van de onderwijsparagraaf in de Miljoenennota, het gevoel krijgt dat het onderwijs het ondergeschoven kindje is. Terwijl de Algemene Politieke Beschouwingen in de Tweede Kamer volop bezig zijn, neem ik je graag alvast mee in mijn beschouwingen.
Economie, economie en nog eens economie
Zodra je de Miljoenennota openslaat en rustig het 71 pagina’s tellende rapport leest, dan zie je dat het economie is wat de klok slaat. Zo opent de nota met de zin: “We verwachten dat 2020 het zevende jaar op rij is met economische groei, al zien we groeipercentages die na jaren van hoogtij iets afvlakken”. Hoewel het kabinet rept over het streven naar een brede welvaart in Nederland, lijkt in de plannen alles te draaien om groei en winst. Daarom vraag ik me oprecht af wanneer we eindelijk substantieel meer aandacht gaan geven aan onderwerpen die niet direct economisch gerelateerd zijn, zoals het onderwijs! En wanneer je dan de 254 pagina dikke pagina’s begroting voor het onderwijs erbij haalt, dan blijf je nog steeds achter met allerlei vragen. Bijvoorbeeld over de doelmatigheid van de investeringen die wél worden gedaan.
Menselijk kapitaal
Eén van de paragrafen in de Miljoenennota rept over het menselijk kapitaal. En wat lees je? Nederland heeft veel en hoogwaardig menselijk kapitaal. Het is de maatstaf voor de hoeveelheid kennis en kunde die de bevolking van een land heeft en hoe die wordt ingezet. Echter, wat ontbreekt in deze paragraaf is visie en aansturing vanuit het kabinet op dit menselijke kapitaal. Zéker als het gaat om onderwijs. Met het benoemen van ons menselijk kapitaal waarin onderwijs een belangrijke rol speelt, zijn we er namelijk niet. Er is veel meer nodig om onderwijs zo in te richten dat toekomstige generaties goed voorbereid zijn op de sociaal-maatschappelijke én economische uitdagingen die op hen afkomen. Denk bijvoorbeeld aan het aanpakken van het lerarentekort, hoge werkdruk, aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt, doorlopende leerlijnen po-vo-mbo, kansenongelijkheid. Zomaar een greep uit het in april verschenen rapport van de Onderwijsinspectie. Allemaal voorbeelden van zaken die vragen om visie, aansturing en daadkracht! Iets wat het kabinet onvoldoende laat zien met de plannen die ik in de Miljoenennota lees en wanneer ik de onderwijsbegroting ernaast leg.
Het kabinet laat veel liggen
Wat mij opvalt is dat sommige sectoren in het onderwijs geen plaats hebben gekregen in de Miljoenennota en dat die aandacht in de onderwijsbegroting te verwaarlozen is. Voor praktijkonderwijs en vso zijn er bijvoorbeeld geen plannen bekend. Noch worden er voorstellen gedaan om leerlingen van dit type onderwijs beter toe te leiden tot de arbeidsmarkt. Terwijl praktijkonderwijs met name bedoeld is om laaggeletterde jongeren in een kwetsbare positie perspectief te bieden op werk. Daarnaast mis ik ook plannen voor de overvolle vmbo-klassen met veel zorgleerlingen. Duurzame professionaliseringstrajecten voor po, vo, mbo en hbo docenten zijn zo noodzakelijk dat je zou verwachten dat het kabinet in 2020 hier de portemonnee echt wijd voor opentrekt. Het niet benoemen van de vraagstukken in het praktijkonderwijs, noch het reserveren van speciale budgetten voor professionalisering van de docent getuigt van een onderwaardering voor de prestaties die deze professionals iedere dag opnieuw leveren. En ja natuurlijk wordt er geld in 2020 uitgetrokken voor de onderwijsbeleidsprioriteiten van het kabinet, maar veelal komt het neer op het herverdelen binnen de bestaande budgetten. Dit is niets anders dan het verschuiven van problemen en het schuiven met geld. Daarmee laat je als kabinet zien dat je in principe de echte problemen niet aanpakt met duurzame investeringen.
Beroepsbeeld
Wil je echt wat doen aan uiteenlopende problemen van het onderwijs, dan ontkom je als kabinet er niet aan om initiatieven te ontplooien die bijdragen aan een positief beroepsbeeld van de onderwijsprofessional. Doordat ontwikkelingsmogelijkheden voor de onderwijsprofessional niet goed zichtbaar zijn, ontbreekt voor veel (toekomstige) leraren een inspirerend en uitdagend ontwikkelperspectief. Een beroepsbeeld waarin ontwikkelingsmogelijkheden zichtbaar worden, zorgt ervoor dat leraren, schoolleiders en lerarenopleiders zich kunnen blijven ontwikkelen en vernieuwen. In de onderwijsbegroting staat de zin: “het Lerarenportfolio, dat we in 2020 uitbreiden, ondersteunt leraren die effectief willen werken aan hun ontwikkeling. Met de Wet beroep leraar willen we ook in 2020 de ontwikkeling en positionering van leraren verstevigen”. Is dit nu echt dé manier om aan professionalisering van de leraar te werken?
Ik heb wel een aantal suggesties die – gestoeld op ervaringen uit de praktijk – meer effect sorteren. Stimuleer bijvoorbeeld scholen en netwerkinitiatieven van scholen om te experimenteren en hun onderwijs zodanig in te richten dat er daadwerkelijk zichtbare resultaten geboekt kunnen worden voor zowel de docent als de leerling. Flexibiliseer je functiehuizen en ga uit van het talent van professionals. Maak het gemakkelijker én aantrekkelijk om als professional van buiten het onderwijs je kwaliteiten in te zetten als schoolleider, docent of expert. Dit is nu nog allerminst het geval! De € 21,2 miljoen die in 2020 hiervoor beschikbaar is, is enkel een mooi begin. Hiervan is € 4 miljoen specifiek bestemd voor zij-instroom van docenten voor bèta- en techniekopleidingen in het mbo, gezien de tekorten aan technici op de arbeidsmarkt. Maar draagt het ook bij tot een structurele verbetering van het beroepsbeeld van de onderwijsprofessional?
In de greep van het systeem
En dan nog tot slot de wettelijke kaders voor het onderwijs. Deze bieden scholen de ruimte om hun onderwijsprogramma’s in te richten vanuit hun eigen visie en ambitie. Maar in de praktijk, stuiten scholen op het gebrek aan maatwerk en flexibiliteit vanuit de wetgever. Laten we in 2020 met z’n allen nu de focus leggen op het creëren van een beter beroepsbeeld en ruimte voor het veld om zelf regie te nemen over de investeringen in onderwijs in het belang van de ontwikkeling van het menselijk kapitaal. Doe dat dan vooral samen; met alle duurzame voorstellen die van linkse en rechtse partijen komen, want beste regering, niet alles draait primair om de economie. Zonder goed onderwijs zullen de economische groeiambities op lange termijn uitblijven.