Transitiemanagement
Tegenvallende onderwijsresultaten of dalende leerlingenaantallen zijn meestal het gevolg van complexere problemen. Er kan sprake zijn van een gebrek aan kwaliteit bij professionals, een instabiele financiële situatie, of bijvoorbeeld een gebrek aan veiligheid en vertrouwen tussen medewerkers en schoolleiding. Hoewel dergelijke vragen niet op zichzelf staan, zien wij dat scholen geneigd zijn om problemen geïsoleerd te benaderen. Zij blijven oplossingen zoeken in het bestaande systeem en de maatregelen of interventies om het systeem fundamenteel te beïnvloeden zijn beperkt. Veranderingen of verbeteringen zijn daardoor heel vaak op korte termijn effectief. We kunnen echter niet spreken van een duurzame ontwikkeling.
Voorbeelden uit de praktijk
Als de instroom van leerlingen daalt, introduceren scholen nieuwe onderwijsprogramma’s of wordt besloten tot het werken met devices. De hype is daar en als gevolg van de aantrekkingskracht is er een opleving in de aanmeldingen. Maar wat gebeurt er als blijkt dat het hanteren van devices in het onderwijs veel meer vraagt van docenten en dat het programma daarop niet is afgestemd? Wat blijkt als de daling van het aantal leerlingen uiteindelijk doorzet, gewoonweg omdat er minder leerlingen zijn, of meer concurrentie?
Als leraren niet goed functioneren, gebeurt het regelmatig dat zij worden overgeplaatst naar een andere afdeling of andere leerjaren. Wanneer er in die andere klassen vervolgens weinig klachten worden gehoord, laat een school de docent weer ‘los’. Grijpen we op die manier wel voldoende in, in de ontwikkeling van de kwaliteit van de professional? Wat doen we als het niet blijft bij deze ene docent? En hoe weten we werkelijk dat de wisselwerking met andere leerlingen naar tevredenheid verloopt?
Pesant helpt bestaande systemen en patronen doorbreken
In bovenstaande voorbeelden draait het om interventies die vooral een effect hebben op korte termijn. Scholen die (willen) inzien dat problemen niet op zichzelf staan, anticiperen daarop met experimenten en innovaties op het vastlopen van het systeem. Leidinggevenden en professionals wijzen deze problemen in een vroeg stadium aan en bouwen een nieuw verhaal. Dat kan geleidelijk, maar uiteindelijk gaat de echte transitie gepaard met weerstand, instabiliteit en onzekerheid. Wij vinden het hierbij belangrijk om bestaande systemen en patronen te doorbreken.
Binnen transitiemanagement is het belangrijk om:
- coaching en professionalisering structureel in te bedden;
- het kwaliteitsbewustzijn te versterken. Wij doen dit door handvatten te bieden om evidence informed het onderwijs te ontwikkelen;
- scenario’s voor het flexibiliseren en anders organiseren van onderwijs;
- hiërarchische structuren te doorbreken, zodat professionele ruimte ontstaat voor leraren en leerlingen om te werken vanuit eigen leervragen.